In dubio pro libido

Kunst en psychiatrie: Het Blaumeier-project

Driekwart jaar nadat ik ‘In dubio pro libido’ voor het eerst hoorde zit dit lied nog steeds in mijn hoofd. Het klonk tijdens de opening van het 16e Wereldcongres Sociale Psychiatrie in Hamburg. Het was de herkenningsmelodie van het toneelstuk "Fast Faust" ("Bijna Faust") dat door het Atelier Blaumeier uit Bremen met veel succes werd opgevoerd. Nog meer indruk op mij maakten de grote maskers waarmee een deel van de toneelspelers in de pauzes door de zaal liep en uiteraard het grote toneelspektakel dat door 50 gehandicapte en niet-gehandicapte toneelspelers en musici ’s avonds werd opgevoerd. Reden genoeg om meer aandacht aan de achtergrond van dit buitengewoon inspirerende gezelschap te besteden.

De Bremer Stadtmuzikanten

Het begon in 1985 vanuit de inmiddels volledig gesubstitueerde psychiatrische kliniek ‘Kloster Blankenburg’ bij Bremen. Een kleurrijk gezelschap, bestaande uit patiënten en medewerkers, kunstenaars en belangstellenden ging met de ‘blauwe karavaan’ op reis. Zij trokken langs een aantal steden en klinieken in Duitsland om op de toestand in de psychiatrie te wijzen en veranderingen op gang te brengen. Rond het thema ‘Die Bremer Stadtmusikanten’, een verhaal dat staat voor de integratie van uitgestotenen uit de samenleving, maakten de deelnemers maskers, beelden, verhalen en een toneelstuk. Met deze kunstvormen werd de situatie uitgebeeld van degenen aan wie decennia het zwijgen was opgelegd en werd hun "op indringende en duidelijke wijze een taal teruggegeven". Tegelijkertijd hield men een pleidooi voor de noodzakelijke afbraak van de psychiatrische inrichtingen. Volgens de boodschap van het gezelschap zou moeten worden gestopt met het opbergen van de ‘ongeneeslijken’ en ‘niet-behandelbaren’.

Project kunst en psychiatrie

Terug in Bremen ontstond de vraag naar de toekomst van dit kunstproject. Na veel discussie en lobbywerk lukte het een enthousiaste groep, via een speciale maatregel van het arbeidsbureau (‘Arbeitsbeschaffungsmaßnahme’) eerst vijf en later nog eens twee medewerkers een tijdelijke aanstelling te geven. Er werd ruimte gevonden en een inhoudelijk concept uitgewerkt. Het nieuwe project ‘kunst en psychiatrie’ was geboren.

 

Twee middagen in de week kwamen de deelnemers bij elkaar om te schilderen, toneel te spelen of met elkaar te praten. Op basis van een startsubsidie kon van een oude opslagruimte een atelier gemaakt worden. Diverse instellingen en organisaties kwamen met geld voor materialen, gereedschappen e.d. over de brug. Daarmee was een plek ontstaan waar iedereen die aan kunst wilde doen en anderen wilde ontmoeten onder de paraplu van het nieuwe project met de naam ‘Blaumeier’, daartoe kans kreeg.

Een smeltkroes van waardevolle ideeën

Iedere middag en soms ook ’s avonds wordt een activiteitenprogramma aangeboden. Deelname is gratis en vrijwillig. Inmiddels is een traditie ontstaan van bijeenkomsten met grote groepen, die twee keer per week plaats vinden onder de titel ‘atelier in actie’. Na een gemeenschappelijke actie aan het begin van de middag met behulp van muziek, dans of spel is er gelegenheid toneel te spelen, te schilderen, te boetseren, maskers te maken of te musiceren. De vrij grote groepen (circa 40 deelnemers) waarin wordt gewerkt, hebben voor de deelnemers een oriëntatiefunctie. Ze komen met verschillende kunstvormen in aanraking en kunnen daarmee eerste ervaringen opdoen. Bij deze gelegenheid bestaat ruimte om mee te doen of gewoon toe te kijken, om te experimenteren of te reproduceren maar ook om fouten te maken.

 

Het werken aan grotere projecten is een vast onderdeel. Ideeën worden verzameld, men stimuleert elkaar en stapsgewijs ontstaat een nieuw (project)thema waaraan in de erop volgende maanden in bijna alle cursussen en activiteiten wordt gewerkt. Het is de bedoeling dat de verschillende kunstprodukten in het openbaar worden gepresenteerd. Enkele voorbeelden daarvan zijn de produkties ‘Die Beerdigung der Sardine’ (‘De begrafenis van een sardientje’) in 1987; een opvoering op straat: ‘Sissi in Nöten, das tragische Ende unserer geliebten Kaiserin’ (‘Sissi in nood, het tragische einde van onze geliefde keizerin’) (1988); een groot spektakel in het station van Bremen: ‘Schwesterchen, was machst Du? Weinst Du oder lachst Du?’ (‘Zusje wat doe je, huil je of lach je?’) (1989) of het toneelstuk ‘Fast Faust’ (‘Bijna Faust’) dat ook afgelopen jaar op het wereldcongres voor sociale psychiatrie werd opgevoerd.

Samengaan van verschillende kunstvormen

Een specifiek kenmerk van de projecten is het samengaan van verschillende kunstvormen zoals muziek, toneel, maskerproduktie, schilderen en ritmiek. Vanuit iedere kunstvorm wordt met rust en geduld stap voor stap aan het thema gewerkt, opdat iedere deelnemer de mogelijkheid krijgt een bijdrage te leveren aan het project. Iedereen kan zijn eigen tempo bepalen. De presentatie in het openbaar en de daaraan gekoppelde kritiek van buitenaf verhogen de motivatie om aanwezig te zijn, verantwoordelijkheid op zich te nemen en samen te werken.

 

Voor de deelnemers in kleine groepen is het mogelijk zich in een rustige en geconcentreerde sfeer aan een bepaalde kunstvorm te wijden. In deze groepen is een aantal toneelstukken geproduceerd en opgevoerd en zijn beelden voor diverse tentoonstellingen vervaardigd. In grote groepen is het werken aan een thema over een langere - door het individu zelf bepaalde - duur mogelijk en op een vrije, experimentele manier. Of een produkt in het openbaar wordt gepresenteerd bepalen de deelnemers zelf; het is niet per definitie een van te voren vastgelegd doel.

 

Het werkterrein van het atelier Blaumeier ligt overal waar een ontmoeting tussen kunst en openbaarheid wordt gethematiseerd. Het zijn niet alleen grote culturele manifestaties zoals de jaarlijkse ‘Breminale’ die gelegenheid bieden tot presentatie, maar ook de gemeenschappelijke vakantiereizen naar bv. Italië en de zomerwerkplaatsen zoals Dangast en Worpswede in Duitsland, die bekendheid genieten als ontmoetingsplaatsen voor kunst.

 

De combinatie van ‘ontspanning’ en het bezig zijn met scheppend werk, het op wisselende plaatsen bezig zijn, de intensiteit van het dagelijks bij elkaar zijn, de nieuwe indrukken en de stimulans door de kunst ter plekke, dat alles weerspiegelt zich in het werk en in de acties.

 

Men schildert, oefent en maakt muziek in het openbaar; men bezoekt tentoonstellingen en toneelopvoeringen en laat eigen produkten in de vakantieplaats zien. Zo wordt het produktieproces niet weggemoffeld maar reeds tijdens het ontstaansproces in het openbaar zichtbaar.

Status of ziektegeschiedenis is niet relevant

Het is de bedoeling om in de projecten ontmoetingen en samenwerking tot stand te brengen tussen kunstenaars, nieuwsgierigen, ‘normalen’ en ‘Ver-rückten’ (gekken). Daarom richt het aanbod aan activiteiten zich, afgezien van medewerkers, bewoners en bezoekers van psychiatrische instellingen, op een zo breed mogelijk publiek uit de stad Bremen en omgeving. Deze groep betreft kinderen, volwassenen, oude mensen, mensen met allerlei handicaps, werkenden (niet alleen uit sociaal maatschappelijke en academische beroepen), werklozen, studenten en kunstenaars.

 

Tijdens het werk worden geen vragen gesteld naar status of afkomst. Er wordt ook niet gekeken naar iemands ziektegeschiedenis of het verloop van het therapeutisch proces. Het criterium voor deelname is niet of een hulpverlener of expert de een of andere activiteit ‘nodig’ acht maar of de deelnemer zin in de desbetreffende activiteit heeft en er enthousiasme en plezier ervaart.

 

De kwaliteit van het Blaumeier-atelier komt juist in de gevarieerde samenstelling van de deelnemersgroep tot uitdrukking. Alle deelnemers hebben evenveel recht op belangstelling en persoonlijke waardering. Het artistieke werk wordt gedragen door het persoonlijke enthousiasme van zowel deelnemers als medewerkers.

Ontwikkeling van een beeldend-artistieke uitdrukkingsvorm

In het Blaumeier-concept is de onafhankelijkheid van welk hulpverleningsconcept dan ook vastgelegd. Het is vooral te doen om de ontwikkeling van een beeldend-artistieke uitdrukkingsvorm als zodanig. Volgens dit concept gaat het scheppende en creatieve proces samen met het therapeutische proces. Dit komt tot uitdrukking in "de heilzame kracht die besloten ligt in het scheppingsproces op zichzelf dat onafhankelijk is van een biografische analyse en een daaropvolgende beoordeling".

 

Produkten zoals beelden, maskers, sculpturen en toneelstukken die in het atelier ontstaan, zijn kunst en worden ook als zodanig in het openbaar gepresenteerd. ‘Gesundheit’ hoeft volgens het concept van Blaumeier niet uitdrukkelijk tot thema gemaakt te worden: het ontstaat vanzelf bij ieder van ons tijdens het vrijkomen van het scheppende en de erkenning daarvan. In het spel vindt uitwisseling plaats en vult men elkaar aan. Het onderscheid tussen degenen die instructies geven en uitvoeren is vloeiend.

Nieuwe contacten met een sociale dimensie

De bijeenkomsten van het atelier vinden per definitie niet plaats in psychiatrische inrichtingen en andere instellingen op het terrein van de GGZ. Het is juist de bedoeling dat deelnemers in het atelier of op andere plekken artistiek actief worden.

 

Het is mogelijk dat werelden, die anders nooit met elkaar in aanraking zouden komen, elkaar ontmoeten via kunstwerken. Via het kunstwerk en het proces van gemeenschappelijke vormgeving legt het individu weer contacten met een sociale dimensie. De sociale dimensie respectievelijk de verwevenheid met het individu staat centraal in het concept van Blaumeier. Vandaar dat men ten strijde trekt tegen traditionele op het individu gerichte visies over bv. ‘gezondheid’ en ‘ziekte’, ‘normaliteit’ en ‘afwijkend gedrag’.

 

Het is een belangrijke doelstelling van Blaumeier de samenhang tussen individu en sociaal-maatschappelijke kontekst bewust te maken maar dan niet door een of ander pedagogisch of educatief programma maar doordat kunstenaars door middel van hun werk het woord voeren. Men wil een lobby zijn voor degenen wier kunst tot nu toe niet werd gehoord en gezien omdat er niemand was die deze waardeerde en stimuleerde.

 

Blaumeier wil bereiken dat de beslissing die wordt genomen "door de zogenaamde experts over wat als afwijkend en wat als normaal moet worden gezien" weer wordt teruggegeven aan degenen die er in de eerste plaats mee te maken hebben. Dat is volgens Blaumeier ‘ieder van ons’.

 

Heinz Mölders