Hulpverlening houdt zich afzijdig

Cliënt bezwijkt onder stortvloed van formulieren

 

Mensen met psychische problemen gaan tegenwoordig ten onder aan een stortvloed van formulieren die de uitkerende instanties over hen heen storten. Centrum PS in Amsterdam signaleert steeds meer slachtoffers van deze bureaucratische molens. Problemen vanwege de WAO en de bezuinigingen nemen toe. En de reguliere hulpverlening houdt zich afzijdig. Een gesprek met PS-medewerker en oud-vakbondsman Bert van der Heul.

 

 Bert van der Heul, onbetaald medewerker van Centrum PS, is als bestuurder van de Vervoersbond FNV veel bezig geweest met sociale wetgeving: "Die kennis kan ik hier goed gebruiken. Ik moet zeggen dat de probleemgevallen hand over hand toenemen. Ik krijg nu veel mensen die in die ellende zijn terecht gekomen. Ik ga met ze op stap, probeer zoveel mogelijk dingen te regelen. Je moet ze ondersteunen want je ziet dat als ze zelf iets doen het nogal eens mis loopt. Een van de grote problemen", zegt van der Heul, " doet zich voor bij de huidige WAO-wetgeving."

Aftakeling van de WAO

In de jaren zestig werd de WAO ingevoerd voor diegenen die vanwege langdurige ziekte niet meer aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Diegenen, die 100% afgekeurd werden, ontvingen 80% van hun laatst verdiende salaris. In de jaren tachtig nam het aantal WAO’ers met sprongen toe. Het was vooral voor werkgevers een aardig eilandje om mensen te dumpen. Later verlaagde men het uitkeringspercentage van 80% naar 70%. Onder het no nonsense-kabinet van Lubbers werd de totale aftakeling in gang gezet onder het motto dat er meer mensen het arbeidsproces in moesten. Van der Heul: "Natuurlijk onzin, omdat er ontslagen vielen vanwege mechanisering en automatisering. In 1992 heeft men een wet aangenomen waarin staat dat diegenen die in 1994 de leeftijd van 50 jaar nog niet hadden bereikt allemaal herkeurd zouden moeten worden. Artsen moesten veel soepeler gaan keuren. Dat geldt ook voor de groep die om psychische redenen is afgekeurd. Voor die groep die geen enkele kans meer op de arbeidsmarkt maakt, begint dan een dubbele ellende."

 

Hij noemt als voorbeeld een bezoekster van Centrum PS, een vrouw van rond de veertig met een lage beroepsopleiding. Ze was door een arts herkeurd en voor veertig procent arbeidsgeschikt verklaard. Dat zou zij moeten bijverdienen. Als het niet lukte dan zouden andere instanties voor een aanvulling zorgen. Omdat zij geen kans heeft op werk kreeg zij een aanvulling via de WW, gebaseerd op het aantal arbeidsuren dat zij beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. Maar zij kwam nog ƒ 600,- tekort om op het niveau van de bijstand te komen. Naast de bedrijfsvereniging en het arbeidsbureau moest zij ook nog naar de Gemeentelijke Sociale Dienst (GSD) om het restant aan te vragen. "Ik zal je niet vervelen met de details van die lijdensweg door het oerwoud aan formulieren en bureaucratische handelingen", zegt van der Heul. Uiteindelijk vroegen zij een bijstandsuitkering aan. Naast de werkloosheidswet (WW) en de bijstand bestaat er ook nog zoiets als de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (RWW). "Wat gebeurt er? Onze aanvraag voor een bijstandsuitkering werd niet gehonoreerd. Het werd een RWW-uitkering. Maar aan de RWW-uitkering zit een sollicitatieplicht vast. Let wel, een vrouw zoals zij die psychisch volslagen in de war is, klimt langzamerhand uit het dal, maar komt door de maatregelen van de overheid, via herkeuring, weer in de knoei." 

Neerwaartse spiraal

"Zij krijgt op de eerste van de maand WAO, op de vijftiende WW en op de dertigste RWW. In één maand tijd drie bedragen, totaal ƒ 1260,-. Wij hebben bij de verschillende instellingen gevraagd, of de delen niet konden worden samengevoegd. Dat kon niet. Ze moest wel solliciteren. Daarvoor moet zij elke maand naar het GAK voor haar werkbriefje, twee dikke vellen waarop je moet neerschrijven waar en wanneer je hebt gesolliciteerd. Als je het niet doet word je gekort of raakt je uitkering kwijt."

 

De medewerker van Centrum PS vraagt zich af waar de motivatie van deze mensen vandaan moet komen. "Waar vind je werk waarin met hun mogelijkheden rekening gehouden wordt? Bij sollicitaties is het afgelopen zodra het woord ‘psychiatrie’ valt. Dan gaan de schotten dicht. De gevolgen zijn ook voor deze vrouw desastreus. Ze zou graag iets willen doen en heeft voorkeur voor werk in een crèche. Iedere keer als ze wordt afgewezen krijgt ze een nieuwe dreun. Daardoor twijfelt zij enorm aan zichzelf. Het wankele evenwicht wordt door dit soort zaken nog verder verstoord. Mijn pogingen haar van sollicitatieverplichtingen vrij te laten stellen waren tevergeefs. De aanwezige psychische problematiek wordt op die manier versterkt. Met zulke praktijken drukt de overheid deze groep in de vernieling.

 

Ze heeft door al die ellende geld moeten lenen. Daar hebben wij met behulp van iemand uit Centrum PS een regeling voor kunnen treffen. Iets ter overbrugging om de gaten op te vullen. Nu moet zij steeds iets opzij leggen om de schuld af te lossen. Er is geen bank, uitgezonderd de kredietbank, die je helpt als je een uitkering krijgt. Misschien kan je bij de bijzondere bijstand van de GSD terecht of voor een eenmalig bedrag bij een particuliere instelling. Je moet je voorstellen hoe vernederend dat is. Ook daar moet je door een woud aan bureaucratische regels heen.

 

Deze maatschappelijke praktijken, die haar levensruimte steeds verder inperken vreten aan haar lichamelijk en psychisch welzijn. Een aantal keren heb ik met haar een afspraak gemaakt ergens naar toe te gaan maar dan kwam zij niet opdagen. Later kreeg ik een briefje van haar met de boodschap: "Bert, sorry dat ik mijn afspraken niet ben nagekomen. Ik ben er pas later geweest, omdat ik de hele dag in bed lag te huilen. Ik heb er geen zin meer in, ik wil niet meer". Ze was erg terneergeslagen door deze hele gang van zaken en met name vanwege haar gevoel heel onheus behandeld te worden. Dit geval is geen uitzondering maar staat voor een grote en groeiende groep mensen. Zij lijden onder deze omstandigheden en komen in zware crisissituaties terecht.

 

God zij dank is deze vrouw nog hier gekomen, want het is het enige houvast dat die mensen nog hebben. Dan monter ik ze maar weer op en zeg ‘kom op meid we gaan er tegenaan’. Dat zij die dag niet kwam opdagen maakte wel dat de een of andere idioot haar een strafkorting van 10% heeft opgelegd. Gelukkig heb ik dat uiteindelijk toch nog recht kunnen breien."

Niemand verantwoordelijk

Van der Heul is somber gestemd over de mogelijkheid gehoor te krijgen bij de bevoegde instanties: "Aan wie moet je dat gaan uitleggen? Bij wie kan je daarmee terecht? Wie neemt de verantwoordelijkheid voor deze problematiek op zich? De instanties waar zij mee te maken krijgt schuiven alles van zich af en wijzen naar een andere plek waar het probleem zou moeten liggen."

 

De controlerende ambtenaren in de uitkeringsinstanties, zegt hij, trekken zich niets aan van die psychische problematiek van de cliënten. "Wij ervaren hier dat er steeds meer mensen een beroep doen op de hulpverlening waar het herkeuring of uitkeringen betreft. Mensen hebben ook problemen met de GSD omdat hun uitkering wordt gehalveerd of helemaal wordt stopgezet. Bij die instanties wordt geen enkele rekening gehouden met de psychische gevolgen. Men volgt gewoon de richtlijn vanuit de locale of landelijke overheid."

 

Van der Heul stelt dat als de overheid die groep toch nog kansen wil geven op de arbeidsmarkt, daarop beleid moet worden ontwikkeld. Je zou tegen de arbeidsdeskundige van de bedrijfsvereniging moeten zeggen dat er een groep ex-psychiatrische patiënten bestaat waarvoor beperkte mogelijkheden op de arbeidsmarkt zijn. "Als dan een vrouw als deze zegt dat ze met kinderen wil werken, dan zal die arbeidsdeskundige zich daarvoor extra moeten inspannen. Het zou zinvol zijn haar in een uitkering te laten en aan arbeidsrehabilitatie te doen, omdat zij niet meer effectief op de arbeidsmarkt kan opereren. Laat haar dan in een crèche of iets dergelijks meedoen." Dan hoef je dat nog niet eens te vertalen in loonkosten, vindt hij. De instellingen staan garant voor een uitkering en de vrouw heeft dan iets omhanden van waaruit zij gemotiveerd wordt en voor haar nieuwe mogelijkheden ontstaan. Op die manier doet de overheid iets voor de mensen zodat zij weer inhoud aan hun leven kunnen geven. "En je zult zien hoe snel hun psychische problematiek verandert." Tot dusverre blijft beleid in deze richting echter uit.

 

Een andere vraag is hoe het mensen vergaat die in principe wel kansen op de arbeidsmarkt hebben. In Centrum PS kwam een jonge man met een psychiatrisch verleden, die in de WAO zat en ook op eigen verzoek goedgekeurd werd. Hij had namelijk een vrijwilligersbaan in de groenvoorzieningen en de directeur van het bedrijf waar hij werkte wilde hem voor onbepaalde tijd in vaste dienst nemen op basis van het minimumloon. Zijn inkomen zou dus ƒ 400,- tot 500,- hoger uitkomen dan zijn uitkering. "Dat was voor die jongen een grote sprong vooruit, hij was helemaal in de wolken. Toen kwam bij het bedrijf plotseling een brief van het GAK binnen waarin stond dat hij die baan niet mocht hebben. Die baan zou voorbestemd zijn voor iemand met een andere uitkering. Met andere woorden: het is leuk geprobeerd maar je moet terug in de WAO. Begrijp je zo iets? Iemand die wil en kan werken, goedgekeurd is en een vaste aanstelling krijgt aangeboden maar uiteindelijk door de bureaucratie van uitkeringsregelingen die baan niet mag hebben. Je ziet iemand beter worden, opfleuren, hij krijgt hoop voor een betere toekomst en dan opeens krijgt hij een gigantische dreun op zijn hersens." 

Onwil bij de hulpverlening

Ook de hulpverleningsinstanties nemen geen verantwoordelijkheid. Volgens van der Heul werken zij niet aan de praktisch organisatorische vraagstukken. "De hele Ggz, maar vooral de Riagg’s, waar nogal wat klanten van ons komen, schiet tekort in de aanpak van de uitkeringsproblematiek. In het geval van die vrouw blijkt dat o.a. uit het gedrag van haar behandelend psychiater. Die is op z’n zachtst gezegd niet bijzonder coöperatief. De vrouw verzocht hem mij te betrekken bij haar poging weer in de WAO te komen, maar hij weigert dat. Hij beloofde aanvankelijk een brief, waarin hij tegenover de keuringsarts zou verklaren dat zij niet in staat is om te werken. Maar die brief komt niet en hij weigert met mij in contact te treden."

 

De hulpverleners in de Ggz, of het nu gaat om psychiaters, psychotherapeuten, sociaal verpleegkundigen, maatschappelijk werkers of wie dan ook, weten van de problematiek af, zo is bij Centrum PS bekend. Opvallend is, dat uit die hoek geen enkel initiatief wordt ondernomen om mensen te helpen in hun worsteling met de bureaucratische instanties. "Ze zouden b.v. contact kunnen opnemen met een GAK-arts maar ze zeggen vrij vlot dat ze er daarvoor niet zitten. Ze hebben tenslotte maar een half uurtje om met cliënten te praten en dan wacht al de volgende. Dus uit die hoek hoef je geen enkel initiatief te verwachten. Dat betekent wel dat hun werk alleen maar toeneemt. Hun cliënten worden zo niet geholpen op eigen benen te staan", aldus van der Heul.

 

Hij vindt dat hulpverleners aan de bel moeten trekken en de uitkeringsinstanties wijzen op het effect van de maatregelen. Op dit moment lost de hulpverlening in de Ggz niets op. Tegelijkertijd wordt de kostenpost voor deze hulp alleen maar groter. Zij zouden invloed moeten uitoefenen, in de openbaarheid treden en kenbaar maken wat zij bij hun cliënten zien als gevolg van maatregelen die door regering en parlement worden genomen. Verder zouden zij naar buiten duidelijk moeten maken dat al die herkeuringen niets met werk of het creëren van werk te maken hebben, maar pure bezuinigingen zijn die de zwakste groep in de samenleving treffen. "Als behandelaar die begaan is met het lot van die mensen zou je onmiddellijk op de barricaden moeten springen. Zij hebben daar goed zicht op: de mensen die hier komen, komen ook daar", zegt van der Heul.

 

Eigenlijk zouden hulpverleners in de professionele gezondheidszorg capabel moeten zijn om ook praktisch organisatorische hulp te bieden, vindt hij. Ze zouden zich voor de hier geschetste problematiek moeten openstellen en direct met maatschappelijk werkers en andere beroepsgroepen moeten samenwerken. "Daar hebben ze geen tijd en geld voor. Ik veroordeel ze daar niet op, maar constateer het wel. Wij lopen tegen een muur van regelgeving aan die terugslaat op die mensen die het toch al heel moeilijk hebben. Dat wordt nog erger als de bijstandswet per 1 januari 1996 wordt gewijzigd. Dan moeten al die mensen weer formulieren gaan invullen om het restant van die uitkeringen bij de gemeente te halen. Want het rijk geeft nog maar de helft en de rest mag de gemeente betalen. Ik zie nu de bui al hangen."

De handen ineen?

Centrum PS is er voorstander van om kennis te bundelen en er als blok mee naar buiten te treden. "Laten zij kennis, die zij niet hebben maar bij ons opvragen. En praat dan maar met een vrijwilliger, ook al ben je psychiater. Ik verwacht van de behandelende psychiater dat hij met de betrokkene en mij overlegt over wat te doen valt. Ze zouden zich moeten afvragen ‘wat kan ik als psychiater aan de situatie met deze vrouw bijdragen zodat het in ieder geval niet verergert’. Dan kun je wel tegen die vrouw zeggen: ‘Ik geef je dan maar 10 Seresta extra’. Dat is wellicht een oplossing voor de hulpverlener maar niet voor de cliënt."

 

Heinz Mölders

 

Centrum PS is een instelling in Amsterdam waar psychosociale hulpverlening door vrijwilligers wordt geboden. Ontstaan vanuit de geestdrift van de antipsychiatrische beweging viert het centrum dit jaar haar 21-jarig bestaan. Zo’n 400 mensen per jaar bezoeken het Centrum. Vaak hebben ze psychische problemen. Ze hebben vroeger contacten met de hulpverlening gehad maar zijn daar op afgeknapt, durven, kunnen of willen zich niet meer laten helpen en komen vaak in het laatste stadium bij Centrum PS.