Tijdschrift Brückenschlag

 

Ich setze mich. Das ist meine einzige Chance.

 

Es ist die einzige Chance aller Menschen.

 

Sich die notwendige Zeit zu nehmen, heimisch zu werden.

 

Uit: Peter Høeg, Fräulein Smilla’s Gespür für Schnee (1992)

 

Het Duitse tijdschrift Brückenschlag richt zich op sociale psychiatrie, literatuur en kunst. Per uitgave staat één thema centraal. In nummer 15 van 1999 is dat het thema ‘Heimat’, waaraan de vraag ‘Waar is mijn ziel thuis?’ wordt toegevoegd. Het Duitse begrip ‘Heimat’ zullen velen zich herinneren als de titel van de televisieserie van producent Edgar Reitz, die enige jaren terug op de televisie was te zien. Daarin had het woord Heimat vooral de betekenis van geboorteplaats, geboortestreek en geboorteland. In het hier besproken nummer van Brückenschlag, waaraan maar liefst 61 mensen een schriftelijke bijdrage leverden, wordt ‘Heimat’ veel breder opgevat: het wordt gekoppeld aan plezierige ervaringen uit het verleden of de kindertijd. Sommige auteurs associëren het ook met angsten uit het verleden, zoals de oorlogstijd of een hardhandige moeder of een gewelddadige vader. Het Heimat-gevoel komt ook in het taalgebruik tot uitdrukking. Belangrijke inspiratiebronnen voor de auteurs zijn afkomstig uit de literatuur, ontleend aan een wetenschappelijke studie of betreffen personen die veel indruk op hen hebben gemaakt.

 

Een van de auteurs koppelt het begrip ‘Heimat’ vooral aan een bepaalde levenswijze waarin hij tot rust en tot ‘zichzelf’ kan komen en aan belangwekkende zaken in het dagelijks bestaan. Tegelijkertijd onderkent hij dat het in deze hectische tijd moeilijk is om de nodige rustplekken te vinden. Er lijkt van deze tijd een dwang tot rusteloosheid en verstrooiing uit te gaan. Je wordt voortdurend afgeleid en bent alsmaar onderweg naar iets onbestemds, ondertussen raak je jezelf, je wezen, kwijt. Maatschappelijk gezien is het begrijpelijk dat we ons daaraan overgeven, zo concludeert de auteur, maar een wezenloos mens, iemand die geen duidelijke visie heeft, is economisch beter te ge- of misbruiken door de elektronica-, entertainment- en toerisme-industrie. Want wie overal en nergens is, is uiteindelijk ook ontvankelijk voor alles en heel makkelijk beïnvloedbaar.

 

Soms wordt Heimat wel degelijk gekoppeld aan een concrete plek en speelt ze een specifieke rol, bijvoorbeeld bij mensen die geen dak boven hun hoofd hebben, die in portieken leven of allerlei gebrekkige noodvoorzieningen voor lief moeten nemen. Een kunstenares beschrijft dat zij een tiental jaren haar ‘Heimat’ vond in een tuinhuisje. Dat vormde haar centrale levensplek en vanuit die plek verwerkte zij haar psychiatrie-ervaringen. Haar ervaringen dateren uit de tijd van het Duitse nazisme (zij werd in de psychiatrie onder dwang gesteriliseerd) en de naoorlogse periode. Zij leerde vanuit die plek te strijden voor rehabilitatie van de slachtoffers. Geïnspireerd door de buitenlandse hervormingsbeweging in de psychiatrie (zoals Kingsley Hall, Jan Foudraine, Mary Barnes) vecht zij tot de dag van vandaag tegen een onmenselijke psychiatrie en pleit ze voor een open dialoog met alle betrokkenen. Zij komt tot de conclusie dat van Heimat sprake is als "wij erin slagen om dat wat ons in het leven onderuit haalt en aan het wankelen brengt, tot uitdrukking te brengen, te verwerken en tenslotte te veranderen".

 

Is het mogelijk dat Heimat betekenis krijgt voor mensen in de psychiatrie? De psychiater Wolfgang Werner (bekend als auteur van het psychiatrische alfabet in Deviant en werkzaam als directeur van de psychiatrische kliniek in Merzig) gaat in zijn bijdrage op die vraag in. Volgens hem moeten mensen die in de psychiatrie zijn opgenomen in figuurlijke zin als ‘Heimatvertriebene’ worden beschouwd, als mensen die zijn verdreven van hun oorspronkelijke plek. Werner vindt dat vooral chronisch psychiatrische patiënten groot onrecht is aangedaan door het beeld dat over hen wordt verspreid, met name dat zij tot niets meer in staat zouden zijn. Hij zegt hierover: "Over niets raakte ik in de 33 jaar van mijn werk in de psychiatrie meer geïrriteerd dan dit beeld van de zogenaamde ‘chronici’ en het wangebruik van het begrip Heimat". De auteur maakt in zijn bijdrage duidelijk dat hij zich inzet voor het ontstaan van een Heimat voor mensen met psychiatrische problematiek. Onder zijn leiding is de psychiatrie in het Duitse Merzig (in het Saargebied) in vergaande mate ontmanteld en gedeïnstitutionaliseerd. Hij hecht waarde aan een nieuwe psychiatrie waarin mensen niet meer "het geloof in de Heimat verliezen" en zet zich daar persoonlijk voor in.

 

Het thema Heimat wordt op zodanige wijze besproken dat er duidelijk licht gaat schijnen op psychische problematiek en het ontstaan daarvan. De samenhang tussen het individuele lijden en het ontheemd zijn, de extreme vormen van rusteloosheid, het verlies van vertrouwde en veilige plekken in je leven, wordt inzichtelijk en begrijpelijk. Ligt het niet voor de hand dat mensen in extreme omstandigheden vervreemden, zichzelf verliezen en vluchten in depressies, psychosen en andere vormen van zwaar psychisch lijden? Een groot aantal verhalen in dit prettig leesbare nummer doet in die richting denken. Het bevestigt mijn overtuiging dat we een dialoog met elkaar op gang moeten brengen. Daarbij is het belangrijk dat we elkaar ondersteunen om het ‘persoonlijke verhaal’ te kunnen vertellen, dat wil zeggen dat we elkaar ondersteunen in het reconstrueren van het eigen levensverhaal en aan elkaar uitleggen hoe wij met ‘de wereld’ worden geconfronteerd.

 

Voor mij is Brückenschlag door de kritische en aansprekende bijdragen over dit thema, maar ook door de mooie gedichten, tekeningen en afbeeldingen, een klein stukje ‘Heimat’, een plek waar ik mij prettig voel en waar ik thuis ben.

 

Heinz Mölders

 

Brückenschlag verschijnt eens per jaar bij Paranus Verlag, Die Brücke Neumünster e.V., Postfach 1264, 24502 Neumünster. Nr. 15, 1999,

 

250 p., prijs: DM 27,- ,

 

ISBN 3-926200-24-3,

 

tel.: 0049 - 4321 - 69387,

 

fax: 0049 - 4321 - 65523,

 

e-mail: paranus@Neumuenster.com